Hypertensief noodgeval
Denk aan
- Hypertensief noodgeval (emergency) = hypertensie + orgaanschade
- Geen hypertensief noodgeval bij ernstige hypertensie zonder orgaanschade
- Er is geen specifieke bloeddruk waarboven je het een hypertensief noodgeval noemt
- Verschillende presentaties, vaak gepaard met ernstige bloeddrukstijging
- Behandeling wordt bepaald door aangedane orgaan
- Labetalol en nicardipine kunnen veilig gebruikt worden voor de meeste indicaties
Medicatie
- Labetalol, betablokker, 50mg in 1 min. Zo nodig elke 5 min herhalen. Max 200mg.
- Nicardipine, calciumantagonist, pomp 3–5mg/uur IV. Zo nodig elke 15 min ophogen met 0,5–1 mg tot max. 15 mg/uur
- Nitroglycerine, nitraten. Spray sublinguaal 1 spray elke 5 min. Pomp 10-20 μg/min IV, zo nodig elke 30min ophogen met 10μg/min.
- Nitroprusside, NO-donor. Pomp 0,3 μg/kg/min IV. Zo nodig elke 5 min ophogen tot 5 μg/kg/min
- Furosemide, lisdiuretica, 40mg IV per keer.
- Esmolol, betablokker, 500 microg/kg in 1 min, daarna 50 μg/kg/min gedurende 4 minuten. Dit elke 5 min herhalen waarbij de bolus gelijk blijft en de pomp met 50μg/kg/min wordt opgehoogd.
- Magnesiumsulfaat, opladen met 4 gram in 25 ml glucose 5% in 1 uur IV. Onderhoud 5 gram in 1L glucose 5%, infusiesnelheid 200 ml/uur (= 1 g/uur).
Klinische presentatie | Streef tijd en streef bloeddruk | Medicatie |
---|---|---|
Maligne hypertensie | Enkele uren, MAP -20%/-25% | labetalol, nicardipine |
Hypertensieve encephalopathie | Direct, MAP -20%/-25% | labetalol, nicardipine |
Ischemisch CVA en: - systole >220mmHg of - diastole >120mmHg |
1 uur, MAP -15% | labetalol, nicardipine |
CVA + trombolyse en: - systole >185mmHg of - diastole >110mmHg |
1 uur, MAP -15% | labetalol, nicardipine |
Bloederig CVA en: -systole > 180mmHg |
Direct, systole tussen 130 en 180mmHg | labetalol, nicardipine |
Acuut coronair syndroom | Direct, systole <140mmHg | nitroglycerine, labetalol |
Acuut long oedeem (cardiaal) |
Direct, systole <140mmHg | nitroprusside of nitroglycerine (+ furosemide) |
Acute aorta aandoeningen | Direct, systole <120mmHg, frequentie <60/min | esmolol & nitroprusside/nitroglycerine/nicardipine |
Eclampsie Ernstige pre-eclampsie HELLP |
Direct, systole <160mmHg en diastole <105mmHg | labetalol of nicardipine, magnesiumsulfaat |
2020 International Society of Hypertension Global Hypertension Practice Guidelines
Magigne hypertensie
- Bloeddruk vaak >200/120mmHg met bilaterale retinopatie (cottonwool, bloedingen, papiloedeem)
- Trombotische microangiopathie
- Acuut nierfalen
Hypertensieve encefalopatie
- Letargie, convulsies, corticale blindheid en coma zonder andere oorzaak
Hypertensieve thrombotische microangiopatie
- Hemolysis, thrombocytopenie zonder andere oorzaak en verbeterende op anti-hypertensieve therapie.
Other
- cerebrale bloeding, stroke, ACS, long-oedeem, aorta aneurysma/dissectie, (pre-)eclampsie
Aanvullend onderzoek
Lab/ Bloedbeeld, nierfunctie, LDH, haptoglobine, (troponines bij POB klachten) Urine/ sediment, eiwit Fundoscopie ECG Op indicatie: X-thorax, echo cor, CT-thorax/abdomen
Orgaanschade: retina, brein, hart, grote vaten, nieren Noodzaak voor snelle work-up en bloeddruk daling. Behandeling hangt af van het aangedane orgaan
Cardiale en abdominale souffles, tekenen pulmonaal oedeem, neurologie Stijging ten opzichte uitgangswaarde is belangrijker dan absolute waarde progressieve tekenen van hypertensieve orgaanschade: hersenen, hart, nieren, bloedvaten Cardiale ischemie, infact, linker ventrikel hypertrofie
Medicatie
- zie tabel 12 uit 2020 ISH Global Hypertension Practice Guidelines
Hypertensief noodgeval
- wel acute orgaanschade:
- hart (oa ischemie, falen)
- hersenen (encephalopatie, bloeding, infarct)
- kleine/grote bloedvaten (retinopathie, trombo-microangiopathie)
- Bloeddrukdaling binnen enkele minuten onder bewaking (contact IC)
- Snelheid van handelen hangt af van orgaanschade en niet de uitgangsbloeddruk
- SSS. Het eindorgaan bepaald de snelheid van de daling, soort anti-hypertensivum en de streefwaarde.
Hypertensieve urgentie
- Geen hypertensief noodgeval
- Bloeddrukdaling binnen enkele uren
- Start met eenmalig nifedipine retart 20mg oraal, na medicatie minimaal 2h observeren
Triggers
- Therapie ontrouw, drop/zoethoutthee, nierziekten, cocaine/XTC/amfetamine, orale anticonceptieva, NSAID's, andere medicatie
Onderzoek
Lab/ Bloedbeeld, nierfunctie, LDH, haptoglobine Urine/ sediment, eiwit (kwantitatief), tox Fundoscopie/ Onderscheid hypertensief noodgeval/urgentie. Onderscheid hypertensieve crisis/encefalopatie en andere oorzaken zoals TTP-HUS, SLE. CT/ verdenking dissectie aorta
Behandeling
Bloeddruk verlaging bij trombolyse met Labetalol (Trandate) 1e keus - Voor een snel effect kunnen bolussen van 10-15mg (2-3ml) toegediend worden a 2-5min - Start hiernaast een pomp op 10-20 mg/uur eventueel geleidelijk te verhogen volgens schema in bijlage 2 - Streef syst <185 en /of diast <110 -> zodra dit het geval is Alteplase starten Bloeddrukverlaging bij trombolyse met Nicardipine (Cardene) bij bradycardie of onvoldoende effect Labetolol - Startdosering: De behandeling dient gestart te worden met de continue toediening met een snelheid van 3-5 mg per uur gedurende 15 minuten. De snelheid kan worden verhoogd met stappen van 0,5 of 1 mg per 15 minuten. De infusiesnelheid mag niet hoger zijn dan 15 mg per uur. - Onderhoudsdosering: Wanneer de gewenste bloeddruk bereikt is, dient de dosis te worden verlaagd, meestal naar 2 tot 4 mg per uur om het therapeutische effect te behouden. - Streef syst <185 en /of diast <110 -> zodra dit het geval is Alteplase starten.
Get help...
Neuroloog Cardioloog
Bronnenbas
- trombolyse cva (antihypertensieva): https://iprova.meandermc.nl/QC/WJ-FT-55
- acute boekje hypertensieve crisis
- https://www.hetacuteboekje.nl/hoofdstuk/cardiologie/acuut_hartfalen.html
- https://emcrit.org/ibcc/hypertensive-emergency/
- 2020 International Society of Hypertension Global Hypertension Practice Guidelines, hoofdstuk 10.4
Hypertensieve encefalopatie
- Geen acute orgaanschade
- veranderd bewustzijn (traag, suf, coma), convulsies, delier, corticale blindheid (zonder CVA, SAB, TTP-HUS)
Hypertensieve crisis met retinopathie: verhoging bloeddruk (vaak diastole >120mmHg) met bilateraal retinale vlamvormige bloedingen en/of zachte exsudaten en/of papil oedeem. Vaak in combinatie met een gestoorde cerebrale autoregulatie.